© Frits Zegers
Lectura, Grou

fan_fryslan02
Tucholsky

        Feldfrüchte

Sinnend geh ich durch den Garten,
still gedeiht er hinterm Haus;
Suppenkräuter, hundert Arten,
Bauernblumen, bunter Strauß.
       
Petersilie und Tomaten,
        eine Bohnengalerie,
        ganz besonders ist geraten
        der beliebte Sellerie.
Ja, und hier -? Ein kleines Wieschen?
Da wächst in der Erde leis
das bescheidene Radieschen:
                außen rot und innen weiß.

Sinnend geh ich durch den Garten
unsrer deutschen Politik;
Suppenkohl in allen Arten
im Kompost der Republik.
        Bonzen, Brillen, Gehberockte,
        Parlamentsroutinendreh ...
Ja, und hier -? Die ganz verbockte
        liebe gute SPD.
Hermann Müller, Hilferlieschen
blühn so harmlos, doof und leis
wie bescheidene Radieschen:
                außen rot und innen weiß.

Theobald Tiger

        Vruchten des velds

Peinzend loop ik door de hof,
stil gedijt die achter ‘t huis;
vele kruiden, Brussels lof,
boerenbloemen, zonder luis.
        Peterselie en tomaten
        en een bonengalerij,
        zeer bijzondere resultaten
        toont de lieve selderij.
Ja, en hier -? Een paradijsje?
Daar in de aarde groeit met pit
heel bescheiden een radijsje:
                van buiten rood, van binnen wit.

Peinzend loop ik door de hof
van de Haagse politiek;
apekool, nergens lof,
de monarchie is ziek.
        Baasjes, brillen, open boorden,
        parlementariërsblabla …
Ja, en hier -? De zelfvermoorde
        lieve, goede PvdA.
Wouter Bos en Kamermeisjes,
zachtaardig bloeiend, zonder pit,
zo bescheiden als radijsjes:
                van buiten rood, van binnen wit.

Vertaling: Frits Zegers