© Frits Zegers
Lectura, Grou

fan_fryslan02
Apparatuur

Wij snijden zelf

en we raspen, braden, stoven,
stomen, knippen, larderen,
schillen, hakken, monteren,
grillen en
sudderen in de oven,
en voor al die operaties,
hebben we apparaatsies.

En dingsigheidjes en handige hulpjes en vooral veel onhandige hulpjes, dingen die het best hadden kunnen doen, als ....

Het begon al bijna 40 jaar geleden. Iedere huisvrouw (m/v) had in de keuken

snijmachine

de beschikking over maar liefst vijf busjes met smaakmakers: zout, peper, nootmuskaat, foelie en kruidnagel, alles bij voorkeur in gemalen vorm in blikken busjes met roestvlekken. Toen was er opeens de krulpeterselie, niet in de moes- of volkstuin, maar bij de groentenboer. Voor de jongere lezertjes: een groentenboer was geen boer, maar een handelaar in groenten en fruit. Hij bezat een verkoophal met aardappelschrapmachine en veel houten kisten met groenten en fruit.Hij had eeltige handen en een gouden hart. De klanten vroegen altijd “groenteman, wat zullen we eten?”; de groentenboer sprak je aan met ‘groenteman’. Hoe moest de huisvrouw dat bosje peterselie te lijf? De huishoudschaar had uit elkaar staande snijbladen waartussen de peterselie zich vastklemde zonder geknipt te worden, aardappelschilmesje en groentemesje waren te bot om überhaupt iets mee te doen en de scharensliep (die ook messen sleep) kwam maar eens per jaar.

peterseliemolentje

Toen was daar ineens het peterseliemolentje. Je kon een takje peterselie afscheuren, in het trechtertje proppen, dan moest je draaien aan het hendeltje en hups, je had gemalen peterselie. Na het eten was je een half uurtje bezig de vastgekoekte resten peterselie van alle maalarmpjes onderin het trechtertje te peuteren. Dat was vooruitgang. De vooruitgang was niet te stuiten.

Intussen hebben we 40 jaar keukenhulpjes en -hulpen verzameld. We weten: mundus vult decipi, en ook wij laten ons graag bedotten. Wie zou er geen kurketrekker met trekkoord willen hebben, of een dubbel uitgevoerde kersenontpitter, kreeftevorkjes, een krabbekraker, een oestermes met wrikvleugel of een melkopschuimer met batterij-aandrijving? Soms is een keukenhulpje nog handig ook, zoals het oestermes met wrikvleugel, tenminste als je Bert ermee laat werken.

In 1966 zongen Paul van Vliet en Liselore Gerritsen (cabaret Pepijn) het al:

Tsja, eens kijken wat ik nog meer wil
Ik wil nog een zilveren oesterkraker
Heb je d'r dan geen, heb je d'r dan geen
Jawel, maar ik wil 'm nog beter raken
Dan koop je d'r toch een, dan koop je d'r toch een
Ik wil een banaan-gele cabriolet
Heb je d'r dan geen, heb je d'r dan geen
Jawel, maar die vloekt bij m'n picknickset
Nou, dan koop je d'r toch een, dan koop je d'r toch een
Ik een volautomatische truienbreier
Ik een volautomatische uiensnijer
En een bar in m'n huis en een barbecue
En ik wil voor nieuwe schoenen naar Rome toe

Tja, dat laatste begrijp ik dan nog wel, als je tenminste een voetreis naar Rome hebt gemaakt. Ik neem me voor in de komende tijd verslag te doen van allerlei handige en onhandige apparaten, potten en pannen, messen en flessen, keukenspeeltjes en wat dies meer zij. Alles natuurlijk vanuit de praktijk beschreven.